Thailand rondreizen

Over een afstand van bijna 450 km lang strekt de Andaman kust, de zuidwestkust van Thailand, zich uit langs de Andaman zee. Het water oogt turquoise van Myanmar tot aan de grens met Maleisië, met fijne witte zandstranden, karststenen rotsen en kliffen en vele eilanden begroeid met jungle en bamboe. Phuket is de voornaamste toegangspoort tot deze Andaman kust, de toeristische badplaats voor de perfecte strandvakantie. Ook Krabi is een handige springplank naar de vele eilanden langs de Andaman kust.

Beeldt u het zich eens in: een Thaise stad met een skyline van gouden tempels en paleizen, gelegen aan drie rivieren, een internationale haven drukbezocht door overzeese kooplieden, de hoofdstad van het koninkrijk Siam, groter dan Engeland en Frankrijk samen. Zo moet Ayutthaya eruit hebben gezien bijna drie eeuwen geleden, totdat in 1767 Ayutthaya volledig werd geplunderd en platgebrand door het Birmese leger. De Thaise koning Rama I besloot toen een nieuwe hoofdstad te stichten verder zuidelijk, aan de oevers van de Chao Phraya rivier, in Bangkok. Ayutthaya werd aan zijn lot overgelaten, en pas in 1969 startte de eerste restauratiepoging van de vele paleizen en tempelruïnes. In 1991 werd 'Ayutthaya Historical Park' tot UNESCO werelderfgoed uitgeroepen. Neem de tijd om dit uitgebreide openluchtmuseum te bekijken, in een dagtrip vanuit Bangkok, onderweg naar het noorden, of blijf een nacht logeren. Stap op de fiets, en bewonder de vele deels herstelde tempels, stupa's en Boeddhabeelden. Zie de rijke bouwstijlen en leer meer over het boeiende verleden van de vele koninkrijken van Thailand. Ga op zoek naar de 14e eeuwse tempel Wat Mahathat: hier ziet u het meest gefotografeerde Boeddhahoofd, dat verstrikt is geraakt in de wortels van een bodhiboom. Bezoek het Ayutthaya tourist center: er is een uitstekend museum waar u meer opsteekt over de geschiedenis van de stad en het dagelijkse leven in Ayutthaya tijdens zijn hoogtijdagen. Bewonder de tempel Wat Lokayasutharam met zijn 42 meter lange liggende Boeddha.

Voor een bijzonder eclectische mix van oost en west gaat u kijken in Bang Pa-In, het koninklijk zomerpaleis. In de 19e eeuw lieten de Thaise koningen Rama IV en Rama V dit paleis bouwen in Thaise, Chinese en Europese architectuurstijlen. Bang Pa-In ligt op 20 km ten noorden van Ayutthaya.

Bangkok is een wereldstad, de grootste stad van Thailand met circa 15 miljoen inwoners en een stad die zich voortdurend vernieuwt. De Thai noemen Bangkok altijd bij zijn Thaise naam 'Krung Thep', en dat is dan weer een afkorting voor de langste plaatsnaam ter wereld: ‘Krung Thep Mahanakhon Amon Rattanakosin Mahinthara Ayutthaya Mahadilok Phop Noppharat Ratchathani Burirom Udomratchaniwet Mahasathan Amon Piman Awatan Sathit Sakkathattiya Witsanukam Prasit’. Deze ceremoniële naam voor Bangkok luidt vrij vertaald: 'Krung Thep, de stad van engelen, de grote stad, de woonplaats van de Smaragdgroene Boeddha, de ondoordringbare stad (in tegenstelling tot Ayutthaya) van de god Indra, de grote hoofdstad van de wereld die met negen kostbare edelstenen is begiftigd, de gelukkige stad, rijk aan een enorm Koninklijk Paleis dat gelijkt op de hemelse woonplaats waar de gereïncarneerde god regeert, een stad die door Indra is gegeven en die door Vishnukarn is gebouwd'. Als u indruk wilt maken op de Thai, leert u dat natuurlijk uit het hoofd.

Slechts drie uur rijden ten westen van Bangkok komt u midden in een weelderig groen natuurgebied, vol nationale parken, karststenen heuvels, grotten en watervallen. De mooie omgeving van de provinciestad Kanchanaburi in Centraal-Thailand verhult de tragedie die hier heeft plaatsgevonden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Geallieerde krijgsgevangenen, waaronder Amerikanen, Britten, Australiërs, Nederlanders uit Nederlands-Indië, en niet te vergeten Aziatische dwangarbeiders werden hier door de Japanners onder erbarmelijke omstandigheden aan het werk gezet om een spoorlijn naar Myanmar (Birma) te bouwen. Leer meer over deze geschiedenis in het Thai Birma Spoorlijn-Museum en eer de slachtoffers op de indrukwekkende oorlogsbegraafplaatsen zoals de Chongkai Allied War cemetery. Voor de Japanners was de Birma-spoorlijn cruciaal in hun (mislukte) verovering van Zuid-Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op het bergachtige terrein werd van twee kanten, zowel in Myanmar als in Thailand, gewerkt aan het meer dan 400 km lange traject. Eind 1943 werd de lijn voltooid ten koste van het leven van naar schatting 12.000 oorlogsgevangenen en 90.000 dwangarbeiders, omgekomen door honger, ziekte, slechte omstandigheden en mishandeling door kampwachten. Volgens zeggen zijn er voor elke balk onder de spoorlijn twee man gesneuveld. Vanuit het Thai Birma Spoorlijn-Museum heeft u het beste uitzicht op de beroemde spoorbrug ‘Bridge on the River Kwai’, ook wel bekend als de ‘Death Railway Bridge’. De oorspronkelijke stalen brug is in februari 1945 gebombardeerd door de geallieerde troepen. Van de 300 meter lange brug zijn alleen de buitenste delen authentiek, het midden is gerestaureerd.

De spoorbrug over de rivier Kwai heeft eeuwige roem verkregen door de Hollywoodfilm uit 1957 ‘The Bridge on the River Kwai’, gebaseerd op het gelijknamige boek van Pierre Boulle. De film was een groot succes met filmsterren als William Holden en Alec Guinness, en won vele prijzen waaronder een Oscar voor beste regisseur voor de Brit David Lean. In de jaren 60 kwamen steeds meer toeristen naar Kanchanaburi om de brug uit de film te zien. Wat bleek: de film was opgenomen in Sri Lanka, en de brug bleek helemaal niet de rivier Kwai (spreek uit ‘kwèh’) over te steken maar de rivier Mae Klong. Pierre Boulle, de schrijver van het oorlogsverhaal, had zich vergist in de rivier. Lokale autoriteiten hebben in 1960 toen maar de Mae Klong hernoemd: Khwae Yai, 'Grote Khwae'. De spoorbrug in Kanchanaburi heeft dus niet gefigureerd als de brug in de film. De brug is speciaal nagebouwd van hout in Kitulgala, Sri Lanka en is uiteindelijk, zoals u in de film kunt zien, opgeblazen met explosieven. De echte brug is vrij toegankelijk voor bezoekers en is een levende herinnering aan de Birma Spoorlijn.

Neem een Thaise trein van Kanchanaburi naar eindstation Nam Tok en ervaar een rit op de spoorlijn. Elk jaar eind november organiseert de stad een ‘River Kwai Bridge’ week van herdenkingen en licht- en geluidshows. Oorlogshandelingen worden nagespeeld, een bombardement wordt geënsceneerd middels vuurwerkshows en een trein rijdt over de brug (het is niet mogelijk om per trein naar Myanmar te reizen).

In de meest zuidoostelijke hoek van Thailand dicht bij de grens met Cambodja ligt de verrassende stad Chanthaburi. Het is een handige tussenstop op weg naar Cambodja of voor de tropische eilanden Koh Chang en Koh Kood. De provinciale stad Chanthaburi biedt nog veel meer om u een dag bezig te houden. Vooral als u van glitter en edelstenen houdt, wilt u er misschien wel langer verblijven. Al in de 19e eeuw werden dichtbij Chantanaburi saffieren en robijnen gedolven. Van heinde en verre kwamen handelaren naar deze stad om stenen te kopen en verkopen. Vooral Birmezen domineren vandaag de dag deze handel, want nergens ter wereld worden er meer edelstenen gedolven dan in Myanmar, het voormalige Birma. Elk weekend worden in het centrum van de stad tafels neergezet op straat, waar de waren worden uitgestald. Krijgt u nog niet genoeg van de edelstenen, ga dan naar het Chanthaburi Gem & Jewelry center, Azië's grootste centrum voor kostbare edelstenen en juwelen.

Chanthaburi heeft door zijn nabijheid bij de grens met Cambodja een geschiedenis van immigranten. Al eeuwenlang kwamen Chinezen van overzee om hier handel te drijven, net zoals de Vietnamezen. Tussen 1893 en 1905 was dit stukje van Thailand zelfs ingenomen door de Fransen die heersten over Indochina (Cambodja, Laos en Vietnam). Eind 19e eeuw vestigde een golf aan Vietnamezen zich in de stad, nadat Vietnam was onderworpen door de Franse koloniale heersers, en opnieuw in 1975 toen Vietnam communistisch werd. Franse en Chinese invloeden zijn terug te zien in de architectuur van de deels gerestaureerde huizen van Chanthaboon in het centrum langs de rivier. Ga zitten in een van de coffeeshops of restaurants voor een koffie of een maaltijd. Steek de brug over naar Thailands grootste kathedraal met een standbeeld van Maria bedekt met meer dan 200.000 saffieren.

Bent u eind mei, begin juni in de stad, probeer dan zeker deel te nemen aan het Chanthaburi Fruit festival, een culinair oogstfestijn geheel gewijd aan tropisch fruit. In deze streek worden met name de sterk geurende durian, mangistan en de harige rambutan geoogst rond deze tijd. Er is trouwens het hele jaar door bijzonder veel lekker eten te vinden in deze stad. Probeert u zeker de 'moo chamuang', lokale zoetzure curry met buikspek.

Chiang Mai, de ‘Roos van het Noorden’, is een verademing. Chiang Mai, de 2e stad van het land en met zijn circa 700.000 inwoners vele malen kleiner dan megametropool Bangkok, ligt circa 700 km noordelijker. De relaxte sfeer, vriendelijke inwoners en het koele klimaat werken als een magneet op bezoekers. Chiang Mai is een kleinschalige stad die u het beste te voet of per fiets ontdekt.

Ga naar het drielandenpunt in het hoge noorden van Thailand en zie met eigen ogen de beroemde Gouden Driehoek, ooit berucht om de teelt, smokkel en handel in opium. De stad Chiang Rai is de toegangspoort naar de meest noordelijk gelegen provincie van Thailand, de provincie met dezelfde naam, Chiang Rai. Op het drielandenpunt komen Thailand, Myanmar en Laos samen, begrensd door de trage Mekong rivier.

Van de machtige brede Mekong rivier tot aan mistige bergtoppen op de grens met Laos ziet u watervallen, indrukwekkende tempels, en prachtige thee- en koffieplantages. De stad is bovendien een uitstekende uitvalsbasis voor trips en trekkings naar de etnische bergstammen in de omgeving. Leer meer over opium in de Hall of Opium, het museum over opium bij Chiang Saen, iets ten noorden van Chiang Rai. Opgericht door de oma van de huidige Thaise koning Rama X biedt de hal een multimedia tentoonstelling over deze drug. Kom meer te weten over de beruchte en eens zo levendige teelt, handel in en smokkel van opium in de Gouden Driehoek. Ook vindt u hier veel informatie over de etnische stammen die in de Driehoek wonen, de geschiedenis van opium, de Opiumoorlogen (die Engeland met China uitvocht midden 19e eeuw) en vooral de gevaren van opiumgebruik. Er zijn levendige historische decors nagebouwd zoals een opiumtent in Chinatown van Bangkok, een papaverveld en wassen beelden van onder andere koningin Victoria.

Bezoek de gouden Boeddha aan de Mekong rivier, en stap op een boot voor een kort tochtje op de rivier. Aan de overkant ziet u Laos en Myanmar liggen.

Vorst in tropisch Thailand? Op de hoogste berg (2.595 meter) van Thailand kan het in december licht vriezen aan de grond. Dit weerfenomeen trekt veel Thai naar dit nationale park, slechts een kleine 60 kilometer ten zuidwesten van Chiang Mai. Ga wandelen in het Doi Inthanon Nationale park met de hoogste bergtop van Thailand. In dit park, ongeveer even groot als Texel, is een goed netwerk van paden door prachtige bossen met watervallen, ideaal voor een dagtrip of langer vanuit Chiang Mai. Het park is vernoemd naar de laatste koning van Chiang Mai, Inthawichayanon. Hij wist het enorme natuurgebied, uitlopers van de Himalaya, te behoeden voor grootschalige ontginning en richtte het nationale park op in 1954. Tijdens de vochtige zomers van Chiang Mai komen Thaise toeristen hier in de bergen verkoeling zoeken, of ondernemen de wandeling omhoog naar Thailand's hoogste punt. Regenkleding, een jack of paraplu wordt aangeraden. In de dichte bossen op de hellingen hangen vaak flarden mist en regenwolken. In de lagere heuvels groeien veel teakbomen en dennenbossen. Boven de 1.800 meter treft u veel veenmossen, en hangend mos in de bomen. Vogelliefhebbers komen aan hun trekken met de bijna 400 vogelsoorten die hier voorkomen in de hooglanden. Drie km voordat u de top bereikt, ziet u twee moderne stupa's, gebouwd door de Thaise luchtmacht ter ere van de Thaise koning Bhumibol en zijn vrouw Sirikit, de ouders van de huidige koning. Wie voor de watervallen komt, plant zijn reis naar Doi Inthanon in het regenseizoen wanneer de stroompjes aanzwellen tot acht spectaculaire watervallen.

De magische naam Gouden Driehoek slaat op een berggebied in drie landen: Laos, Myanmar (Birma) en Thailand. Door zijn afgelegen ligging, poreuze grenzen, de nabijheid van de Chinese markt en grote steden en havens als Bangkok en Hongkong is de Gouden Driehoek uitgegroeid tot 's werelds grootste productiegebied van illegale opium, heroïne en methamfetamine. De Gouden Driehoek, met name Myanmar, is al sinds begin 20e eeuw een belangrijke handelsmarkt in drugs en de grootste producent van opium (samen met Afghanistan). Het militaire bewind in Myanmar treedt vrij laks op tegen drugshandel, en wordt vaak beschuldigd van corruptie, witwassen en betrokkenheid bij de handel. Het Myanmar bewind vecht al jaren etnische conflicten uit met bergstammen uit de hooglanden, zoals de Shan, Kachin en Karen. Deze bergstammen verbouwen al sinds eind 19e eeuw papaver. Dat er veel geld verdiend kon worden met de papaverteelt voor opium, leerden de bergstammen van de Britten, de toenmalige koloniale heersers in Myanmar. Armoede en oorlog dreven deze stammen vaak in de handen van drugsbaronnen. Vooral na de Tweede Wereldoorlog groeide de drugshandel enorm. In de grensregio van Myanmar en Thailand zijn de grenzen poreus en dus ideaal voor smokkel van goederen en mensen. Drugslaboratoria en raffinaderijen zijn maar moeilijk op te sporen onder het gebladerte van de jungle. Politie en leger zijn vaak ook spelers in het drugsnetwerk. Thailand op zijn beurt levert de logistiek en commerciële netwerken voor de drugshandel. Laos ligt op de doorvoerroutes naar China en Vietnam, vanwaar de drugs verder verhandeld wordt. Thailand heeft eind 20e eeuw, met name in de jaren 70 en 80, grootschalige campagnes gevoerd om drugsgebruik, opiumteelt en handel te bestrijden. Prinses Srinagarindra, de moeder van koning Bhumibol, de oma van de huidige Thaise koning, heeft zich in de jaren 70 ingezet voor steunprogramma's voor de bergstammen. Middels onderwijsprojecten leerden zij bijvoorbeeld andere gewassen te verbouwen in plaats van terug te vallen op de teelt van papaver voor opium. Het stimuleren van toerisme naar deze ooit zeer geïsoleerde, en nog steeds relatief arme regio van Noord-Thailand was dan ook een belangrijk speerpunt in het Thaise beleid, en met succes.

Zowel Thaise als westerse toeristen hebben hun weg gevonden naar dit deel van Noord-Thailand. Op slechts 70 km rijden van Chiang Rai vindt u schitterende natuur in het berggebied van de Gouden Driehoek en de machtige brede Mekong rivier met zicht op mistige bergtoppen op de grens met Laos. Chiang Rai is een uitstekende uitvalsbasis voor trips en trekkings naar de etnische bergstammen in de omgeving, watervallen, indrukwekkende tempels, en prachtige thee- en koffieplantages. Bij het drielandenpunt van Thailand, Laos en Myanmar, ligt de plaats Sop Ruak waar de rivieren Nam Ruak en Mekong samenkomen. U heeft hier een prachtig uitzicht over buurlanden Myanmar en Laos. Door de komst van Thaise en Chinese bezoekers zijn aan de overkant van de Mekong grote hotels en casino's verrezen (gokken is verboden in Thailand). In Myanmar ziet u een luxe vijfsterren resort aan de rivier.

Kom meer te weten over de beruchte en eens zo levendige teelt, handel in en smokkel van opium in de Gouden Driehoek in twee musea: het groot opgezette Hall of Opium en het kleine House of Opium. Leer hier meer over de etnische stammen die in de Driehoek wonen, de geschiedenis van opium, de Opiumoorlogen (die Engeland met China uitvocht midden 19e eeuw) en vooral de gevaren van opiumgebruik. De Hall of Opium is mede tot stand gekomen door de inzet van Prinses Srinagarindra, de moeder van koning Bhumibol, en de oma van de huidige Thaise koning. In een speciale tentoonstelling gewijd aan de prinses komt u meer te weten over haar armoedebestrijdingsprogramma's waardoor de Gouden Driehoek zich van sociaaleconomisch achtergestelde regio heeft kunnen ontwikkelen tot een welvarende streek en een geliefde toeristenbestemming.

De grotten van Tham Luang in de karststenen bergen van het 'Tham Luang Nuang Non'-park trekken normaliter maar weinig bezoekers naar deze verre uithoek van Noord-Thailand, vlakbij de grensstad Mae Sai. Echter in de zomer van 2018 streek hier een groots internationaal mediacircus neer van journalisten en cameraploegen. CNN, BBC, NOS en vele andere internationale media kwamen verslag doen van een ongeluk, dat Thailand en de hele wereld gedurende bijna twee weken in zijn greep zou houden. Een lokaal jeugdvoetbalteam, de ‘Wilde Zwijnen’, en hun 25-jarige coach gingen eind juni de Tham Luang grotten binnen. Felle zomerregenbuien verrasten de voetballers tijdens hun bezoek. De jongens konden niet meer wegkomen uit de grot door het snel stijgende water. Hevige regenval zorgde voor een vloedgolf aan water en dreef de 11 Thaise puberjongens en hun coach steeds verder de gangen van het donkere grottenstelsel in. Uiteindelijk kwamen ze klem te zitten op zo'n vier km van de ingang op een richel in een grotkamer met de bizarre naam Pattaya Beach. Het zou tien dagen duren voordat een internationaal team van reddingswerkers en Thaise Navy Seals (marine duikers) de jongens wist te traceren. Een reddingsactie kwam op gang met experts uit onder meer de VS, Groot-Brittannië, België en Japan. De jongens uit de grot bevrijden bleek nog een bijzonder heikele en ingewikkelde klus, omdat geen van hen kon zwemmen, laat staan duiken. Door het ondergelopen gangenstelsel moesten de voetballers en hun coach op zeker twee plekken in de pikkedonkere grotten een groot stuk onder water zwemmen. Zelfs voor getrainde duikers een bijzonder moeilijke opgave. Triest genoeg is een duiker tijdens de operatie gestorven. Zuurstoftekort in de grotkamer, waar de jongens klem zaten, en mogelijk nieuwe regenval deden het reddingsteam besluiten tot actie over te gaan. De feitelijke redding, waarbij telkens vier duikers vier jongens ophaalden uit de grot, duurde uiteindelijk drie dagen. Ze zaten in totaal twee weken vast in de grot. Het nieuws over de redding van de jongens werd in Thailand en internationaal met grote vreugde ontvangen. Zelfs de toenmalige Amerikaanse president Trump stuurde een felicitatie. Een Netflix serie, National Geographic documentaire en een speelfilm over de redding van de Thaise voetballers zijn intussen in de maak. Drie maanden na hun spectaculaire redding was het voetbalteam zelfs te gast in de Amerikaanse tv-show van Ellen DeGeneres. De stervoetballer Zlatan Ibrahimović kwam als verrassing langs en schonk de ‘Wilde Zwijnen’ een voetbalpakket en kaartjes voor een van zijn wedstrijden. De lokale dorpelingen nabij de grotten van Tham Luang zijn intussen bekomen van alle drukte en media-aandacht. De voorheen onbekende grotten zijn een internationale bezienswaardigheid geworden voor zowel Thai als westerse toeristen. Tham Luang zal nooit meer hetzelfde zijn.

Op een autorit van slechts drie uur vanaf Bangkok ligt de moderne badplaats Hua Hin met een breed strand van zes kilometer lang. Ideaal voor een comfortabele strandvakantie met alle gemakken van de stad binnen handbereik. Hua Hin wordt ook wel de ‘Koninklijke kust’ genoemd omdat van oudsher het Thaise koningshuis zich hier terugtrok om aan zee te verpozen. Al in de jaren 20 van de vorige eeuw bouwden de koningen Rama VI en VII hier zomerpaleizen om aan de zinderende hitte van Bangkok te ontsnappen. Met de aanleg van een spoorlijn werd het reizen naar Hua Hin gemakkelijker en al snel volgde de Thaise elite. In de jaren 80 kwamen de buitenlandse toeristen en westerse hotelketens. Hua Hin is een moderne stad met veel keuze aan grote, luxe resorts en hoogbouwhotels, goed ontwikkelde infrastructuur en een centrum met shoppingmalls, (seafood)restaurants, cafés, bars en straatmarkten. Thaise toeristen en stadsmensen uit Bangkok komen graag in Hua Hin voor het weekend, niet zo zeer om te zonnebaden als wel om te eten en shoppen, en dat allemaal in de nabijheid van de gerespecteerde koninklijke familie. Al zijn er geen koraalriffen om naar te snorkelen of eilanden om te verkennen, de lange brede stranden van Hua Hin en zijn provinciale sfeer, de ruime keuze aan accommodatie en de nabijheid van Bangkok zijn de voornaamste pluspunten van Hua Hin. Ga zeker naar de avondmarkt en zoek een tafel in een van de vele seafood restaurants: het is de beste plek om mensen te kijken en lekker te eten. Wie liever winkelt of eet in de airconditioning, kiest een van de vele moderne mega shoppingmalls uit. Even genoeg van de stad en het strand, ga dan de bergen in ten westen van Hua Hin naar de Monsoon Valley wijngaard. Proef hier Thaise wijn en ga fietsen tussen de druivenranken. Voor een mooi uitkijkpunt beklimt u de Apenheuvel ten zuiden van Hua Hin. Op de top van de heuvel is de tempel Wat Khao Takiap. Pas goed op uw spullen want langs de trappen omhoog naar de tempel komt u de vele grijpgrage apen tegen die hier leven.

Nog verder naar het zuiden ligt Kui Buri National Park, een uniek natuurgebied waar honderden wilde olifanten in de vrije natuur leven.

Huay Nam Dang Nationaal Park in het hoge noorden van Thailand staat bekend om zijn bergen, heetwaterbronnen en watervallen. Langs de wandelroutes in dit park zijn vele uitkijkpunten met weids uitzicht op de mooie bergen. Het hoogste punt in het park is de Doi Chang bergpiek (1.962 meter). Een bekend fenomeen dat vooral Thai bezoekers naar dit park trekt is de zee van mist, die 's ochtends in de winter is te zien vanaf de Doi Chang berg. De Huay Nam Dang waterval, waarnaar het park is vernoemd, is populair bij dagjesmensen. Het park ligt op 50 km rijden van Chiang Mai. Het is een rit van 35 km naar het sfeervolle bergdorp Pai.

De provinciestad Kanchanaburi in Centraal-Thailand ligt midden in een weelderig groen natuurgebied, vol nationale parken, karststenen heuvels, grotten en watervallen. Die prachtige tropische omgeving verhult de oorlogsmisdaad die hier gepleegd is tijdens de Tweede Wereldoorlog. Geallieerde krijgsgevangenen, waaronder Amerikanen, Britten, Australiërs, Nederlanders uit Nederlands-Indië, en niet te vergeten Aziatische dwangarbeiders werden door de Japanners hier onder erbarmelijke omstandigheden als slaven te werk gezet om een spoorlijn naar Myanmar (Birma) te bouwen. Leer meer over deze geschiedenis in het Thai Birma Spoorlijn-Museum en eer de meer dan 100.000 slachtoffers op de indrukwekkende oorlogsbegraafplaats. Vanuit het Thai Birma Spoorlijn-Museum heeft u het beste uitzicht op de beroemde spoorbrug ‘Bridge on the River Kwai’, ook wel bekend als de ‘Death Railway Bridge’. Deze ijzeren spoorbrug van 300 meter lang is vrij toegankelijk voor bezoekers en is een levende herinnering aan de tragedie. Mede dankzij het boek en de Hollywood-film ‘Bridge on the River Kwai’ is Kanchanaburi sinds de jaren 60 uitgegroeid van een slaperig provinciestadje tot een belangrijke toeristentrekpleister. Door de komst van vooral Britse en Amerikaanse ‘oorlogs’-toeristen zijn er goede wegen en accommodaties in en om Kanchanaburi.

Voor wie wat anders wil zien dan oorlogsgeschiedenis, biedt de omgeving van Kanchanaburi volop alternatieven: wandel een schitterend pad omhoog naar de magische Erawan watervallen (circa 1,5 uur rijden vanaf Kanchanaburi), die bestaan uit wel zeven niveaus. Neem zwemkleding mee zodat u kunt afkoelen in het water. Betreed een unieke boeddhistische tempel in de Khao Pun grot iets buiten de stad. Wie de tocht door nauwe gangen voor lief neemt, wordt beloond met het aanzicht van gouden Boeddhabeelden. In de stad Kanchanaburi zelf is er een historische straat met een gerestaureerde stadspoort uit 1831 en een ‘Heritage Walking Street’ met bijzondere vroeg 20e eeuwse gebouwen in Chinese, Portugese en Vietnamese architectuurstijlen. De stad is een goed vertrekpunt voor dagtrips, wandelingen, fietstours, kanotochten op de rivier, jungletrekkings en ziplining in de omgeving.

Wie de zeldzame roze dolfijn wil spotten en een rustig tropisch zandstrand zoekt, die moet naar Khanom aan de oostkust van het Thaise vasteland tegenover Koh Samui. Je reist vanuit Bangkok per nachttrein of vliegtuig naar Surat Thani en dan is het nog een uurtje rijden. Khanom is bekend om zijn rust, serene tropische zandstranden en azuurblauw water. In het bergachtige achterland zijn mooie watervallen en grotten. Veel bezoekers sloegen altijd deze uithoek over en namen direct de ferry naar Koh Samui of reisden door naar Phuket of Krabi. Echter, de roze dolfijn trekt nieuwe bezoekers en dagjesmensen aan. Dolfijnspotting per boot wordt aangeboden door lokale agenten, en met een beetje geluk ziet u de zeldzame albino soort met een roze tint tijdens uw boottocht. Als u nog meer geluk heeft, spot u de roze dolfijnen gewoon vanaf de zeepier bij zonsopkomst of zonsondergang.

Voor een panoramisch uitzicht rijdt u naar de Dat Fa berg, onderweg zijn er mooie uitzichtpunten voor een goed zicht op zee en Koh Samui in de verte. Toeristenvoorzieningen zijn niet dik bezaaid in Khanom, verwacht hier geen drukke strandboulevard, veel keuze aan restaurants of lawaaiig nachtleven. Mocht het u toch te kalm worden, dan pakt u gewoon de ferry naar Koh Samui of voor de afwisseling een van de andere eilanden.

Wie een rustige strandbestemming zoekt, die gaat naar Khao Lak, zo'n 60 km ten noorden van Phuket aan de zuidwestkust van Thailand, ook wel bekend als de noordelijke Andaman kust (Krabi, Koh Lanta en verder heet de zuidelijke Andaman kust). De noordelijke Andaman kust is ideaal voor rustzoekers en families met kinderen. Khao Lak beslaat wel 30 km aan mooi rustig zandstrand. Uitrusten aan zee, zwemmen en genieten van het strand.

Nang Thong Beach en Bang Niang Beach zijn de meest populaire stranden en hebben een ruime keuze aan hotels, barretjes, restaurants en duikcentra. Khao Lak Beach, ook wel South Beach genoemd, is een stuk rustiger. Doordat Khao Lak Beach een beetje beschut ligt in de baai is de zee hier vaak kalmer en zijn er minder golven. Om deze reden in trek bij families. Pakarang Beach en Bangsak Beach zijn de meest noordelijk gelegen stranden van Khao Lak waar u echt het gevoel heeft aan alle drukte te zijn ontsnapt. Hier vindt u strand, zee, mangrovebossen en rubberboomplantages, en verder geen vertier.

Wie meer natuur wil, die maakt een dagtrip naar het Khao Lak-Lam Ru Nationaal Park, een klein park met stranden, kliffen aan zee, bergen, mangrovebossen en watervallen. In het park is een goed restaurant, vanwaar u een comfortabele wandeling van drie km kunt maken. Neem goede wandelschoenen mee, want het pad kan op sommige plekken steil zijn. Voor een ander groter nationaal park reist u iets noordelijker naar het Khao Sok Nationaal Park. Wie stedelijk vertier en hectiek mist en wil shoppen of uitgaan, die rijdt in twee uur naar Phuket.

De beste tijd om Khao Lak te bezoeken is tussen november en april. Het regenseizoen loopt van mei tot en met oktober.

Zie een van de oudste tropisch regenwouden ter wereld in het Khao Sok National Park. Volgens kenners is dit woud maar liefst 160 miljoen jaar oud en het mooiste stuk jungle in Zuid-Thailand. Dit unieke natuurgebied heeft groen beboste karststenen rotsen, kristalheldere rivieren, bergbeken, een azuurblauw meer en grottenstelsels. Het is rijk aan flora en fauna. Als u geluk heeft, ziet u tapirs, olifanten, beren, apen, neushoornvogels, en heel misschien, een tijger. Maak een tocht op een bamboevlot of longtailboot over de Sok rivier of het Cheow Lan meer, langs schitterende karststenen kliffen die recht uit het water oprijzen. Ga hier zwemmen of verken per kayak de vele inhammen. Met een beetje geluk ziet u herten, bijzondere vogels en misschien gibbons op de oever. Maak een wandeling in de dichte jungle en boek een overnachting in een drijvend hotel op het meer. 's Ochtends ontwaken met zicht op het water, midden in de jungle, is een magische ervaring.

De levendige universiteitsstad Khon Kaen ligt in het noordoosten van Thailand, in het midden van de Isaan provincie. Khon Kaen ligt ongeveer halverwege de route Bangkok-Vientiane (Laos) en is een handige tussenstop op uw reis. Alles draait voornamelijk om de universiteit en handel gericht op buurland Laos en op China. Door het grote aantal studenten die hier wonen, is er een levendige scene van bars, restaurants en galeries. Maak een wandeling rond het Bueng Kaen Nakhon meer midden in het centrum en bekijk de Wat Nong Wang tempel met de indrukwekkende stupa. Ook de Rim Bueng markt met kleding en volop eten is de moeite waard.

Krabi is een handige springplank naar de vele eilanden langs de Andaman kust, een van de meest spectaculaire kusten van Zuid-Thailand. Krabi is zowel een stad als een provincie. Voor de kust van Krabi liggen onbewoonde bounty eilanden en de grilligste kalksteenrotsen in zee. De sprookjesachtige karststenen rotsformaties van Krabi rijzen loodrecht op uit het water, en doen denken aan Guilin (China) of Halong Bay (Vietnam). Reist u per vliegtuig dan arriveert u op de luchthaven van Krabi in Krabi-stad. De meeste reizigers gaan direct naar hun strandhotel. Vanaf Krabi-stad is het een rit van 25 km naar de badplaats Ao Nang. Dit is de drukste en populairste strandbestemming in de provincie Krabi. Het is een handige uitvalsbasis om de Andaman zee te verkennen. Charter bijvoorbeeld een longtailboot en laat u voor een dagtrip varen naar kleine eilandjes zoals Koh Hong, Koh Tub of Koh Poda. Of boek een snorkeltour en ga de zee op naar mooie (ondiepe) riffen. Alleen al de tocht op zee is schitterend met het zicht op de spectaculaire karststenen kliffen van Krabi. Ga chillen op Railay Beach, een van de mooiste stranden van Krabi, gelegen op het Railay schiereiland.

Het achterland van Krabi biedt mogelijkheden tot actieve sporten zoals rotsklimmen op Ton Sai Beach en cliff jumpen. Ga jungle-hiken naar de top van de Ngon Nak berg, of kajakken naar Ao Thalane Bay door smalle kanalen langs mangrovebossen. Verder met ‘island-hopping’? Stap dan op de boot naar het volgende eiland langs de Andaman kust. Vanaf Krabi gaan er reguliere bootdiensten naar populaire eilanden zoals Phuket, Koh Phi Phi en Koh Lanta.

Altijd al eens olifanten in het wild willen zien? Ten zuiden van Hua Hin ligt het Kui Buri National Park, een uniek natuurgebied waar een kudde van enkele honderden wilde olifanten leeft in de graslanden en bossen. Het Kui Buri park beslaat ongeveer 1.000 km2, ruim twee keer de oppervlakte van Texel. Dit nationale park tezamen met Kaeng Krachan National Park vormt één aansluitend bosgebied op de grens met Myanmar en is een van de grootste nog intacte natuurgebieden in het dichtbevolkte Zuidoost-Azië. In dit park heeft u de grootste kans in Thailand om wilde olifanten daadwerkelijk te zien, let wel, alleen onder begeleiding van de parkwachters. U mag niet zelf gaan wandelen in dit park. Deze wachters van het park beschikken over grondige kennis van de wilde olifanten en zorgen voor hun en uw veiligheid. In het park staan observatieplatforms om de olifanten te spotten tijdens het baden en drinken. Vooral 's avonds als de olifanten drinken bij meren en beken is de beste tijd om de dieren te bekijken. Er leven ook andere dieren in het park, zoals de Indiase bizon, de neushoornvogel, tapir, Sumatraanse berggeit, Aziatische zwarte beer, gibbons, makaken, wilde zwijnen en herten.

Bezoek Khao Yai, het oudste nationale park van Thailand. Het Khao Yai Nationale park herbergt een van de oudste onaangetaste regenwouden van Azië en werd in 2005 tot UNESCO erfgoed uitgeroepen. Door zijn ligging nabij Bangkok is Khao Yai een zeer aantrekkelijk en populair nationaal park. Trek erop uit en maak een jungle trekking, bewonder de watervallen en wandel omhoog naar een van de vele uitzichtpunten. Met een beetje geluk ziet u wilde dieren zoals olifanten, herten, beren, apen en vele tropische vogels. Met heel veel geluk kunt u zelfs een luipaard of tijger spotten.

Ook heel bijzonder is het bijzondere schouwspel bij de grotten van Khao Yai. Iedere middag rond 15 uur vliegen tienduizenden vleermuizen de grotten uit, allemaal tegelijk op zoek naar voedsel.

Vanaf Bangkok of Ayutthaya is het drie uur rijden naar het Khao Yai nationaal park. Vanuit Khorat is het slechts anderhalf uur rijden.

Mae Hong Son is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Mae Hong Son en was vroeger alleen bereikbaar per olifant. Nu komt u er comfortabel per vliegtuig of na een rit per auto over de ‘Mae Hong Son Loop’, een populaire autoroute die van Chiang Mai via Pai naar Mae Hong Son en weer terug naar Chiang Mai voert. Door zijn ligging vlakbij de Birmese grens is Mae Hong Son een smeltkroes van Thai, Birmezen en de Shan, de grootste etnische groep in deze provincie. Alleen al door de vele Birmese tempels waant u zich soms in Myanmar.

Het stadje Mae Hong Son was begin 1800 niet veel meer dan een verzamelplaats voor olifanten. Later in de 19e eeuw trokken gelukszoekers voor de houtkap naar deze bergregio. Pas in 1900 werd Mae Hong Son bij het Thaise koninkrijk ingelijfd. Thailands meest afgelegen bergachtige provincie is een lappendeken van bergstamdorpen met behalve de Shan bewoners, ook de Kayan, Karen, Lisu en de Hmong. Deze etnische stammen en het prachtige natuurschoon werken als een magneet op bezoekers naar deze uithoek van Thailand.

Mae Hong Son is de ideale uitvalsbasis voor boottochten, grotexpedities en trekkings in de nabije omgeving. Het kent prachtige tempels en spectaculair gelegen kloosters op heuveltoppen. De bekendste, en ietwat omstreden, bezienswaardigheid van Mae Hong Son zijn de Kayan 'langnek' vrouwen. Elke jonge vrouw in de Kayan-stam, geboren tijdens volle maan, krijgt elk jaar een zware koperen ring om haar nek. Zo kweken de Kayan-vrouwen een lange nek. Waarom de Kayan ooit met deze gewoonte zijn begonnen, is onduidelijk. Om esthetische redenen? Om de meisjes onaantrekkelijk te maken voor andere rivaliserende stammen? Ter verdediging tegen bijtgrage tijgers, of vandaag de dag om economische redenen: de Kayan vrouwen verdienen hun geld met toerisme. U bent niet de enige die komt kijken naar de Kayan vrouwen. Mocht deze menselijke ‘dierentuin’ u tegenstaan, dan blijft er genoeg moois over voor een paar dagen in en om Mae Hong Son.

Steek bijvoorbeeld de Su Tong Pae brug over iets ten noorden van Mae Hong Son. Wandel tussen de rijstvelden over deze 500 meter lange bamboe brug naar een tempel op de berg. Vooral in de periode van augustus tot oktober zijn de rijstvelden op hun mooist. Op een klein uur rijden van Mae Hong Son ligt het dorp Ban Rak Thai, ook bekend als Mae Aw, waar meerdere theetuinen liggen. Proef hier de lokale thee en geniet een Yunnan-maaltijd in een van de vele Chinese restaurants. Voor een weids uitzicht over Mae Hong Son gaat u naar de tempel Wat Phra That Doi Kong Mu net iets buiten de stad bovenop een heuvel. Neem plaats op een bamboevlot en laat u varen door de Tham Lod grotten; de rivier heeft hier een doolhof van tunnels door de berg uitgesleten. Ga zeker langs bij de ‘modder’-spa van Pu Klon; heerlijk uitrusten en badderen in een heet waterbad, laat u masseren of kies een 'facial' met modder, vermengd met inheemse kruiden. Maak een stop bij de mooie Pha Suea waterval op de terugweg naar Mae Hong Son.

De winter (november tot en met februari) is de beste periode om Mae Hong Son te bezoeken, al moet u wel warme kleding meenemen. Temperaturen kunnen 's nachts dalen tot zo'n twee graden boven het vriespunt.

Deze kleine grensstad in West-Thailand wordt ook wel ‘Klein Myanmar’ genoemd. Dat wordt u al meteen duidelijk op straat. De Birmese mannen zijn te herkennen aan de 'longyi', de typische Birmese sarong (wikkeldoek) die zij dragen. De Birmese vrouwen herkent u aan de 'tanaka', de lichtgele strepen onder hun ogen, die zij opsmeren ter bescherming tegen de zon. Andere etnische minderheden zoals de Hmong en Karen wonen ook in Mae Sot en de omliggende provincie Tak. Veel van hen zijn ooit als vluchteling naar Thailand gekomen. Fabrieken en werkplaatsen in Mae Sot en andere stadjes in de provincie Tak verschaffen werkgelegenheid aan Birmese migranten. Door de voortdurende conflicten in Myanmar tussen het militaire bewind en etnische groepen, blijven vluchtelingen Thailand binnenkomen. Internationale hulporganisaties hebben projecten, zoals migrantenscholen en medische klinieken, voor vluchtelingen vooral hier in Mae Sot en omgeving opgezet. In Mae Sot is niet heel veel te zien, maar het is vooral de culturele en etnische diversiteit die het stadje aantrekkelijk maken. Slenter over straat, zie de vele uithangborden in het Birmees of Chinees en bezoek een Birmese boeddhistische tempel. Ga naar de avondmarkt en kies voor een Indiase, Birmese of moslimmaaltijd. Probeer ook zeker een kop loeisterke Birmese thee met melk, een erfenis uit de Britse koloniale tijd. Mae Sot is beroemd om zijn levendige handel in edelstenen en jade uit Birma, waardoor vele shoppers naar deze stad trekken. Let wel goed op bij uw aankopen, pas op voor nepstenen en oplichterij.

Diep in de hooglanden van de meest afgelegen provincie Mae Hong Son ligt Pai (spreek uit: baai), het mooiste bergdorp van Noord-Thailand. Pai ligt in een idyllische groene vallei, omringd door rijstvelden en dichtbeboste bergen. Het sfeervolle dorp is populair bij zowel Thai als avontuurlijke reizigers met zijn aantrekkelijke mix van betaalbare accommodaties, restaurants, kunstgaleries, bars en markten. Elke avond is er een grote straatmarkt in Pai met eetkraampjes en stalletjes met souvenirs, kleding, sieraden en nog veel meer. Pai is populair bij wat meer avontuurlijke reizigers en backpackers; zeker in het hoogseizoen bent u niet de enige hier.

Trek erop uit in de omgeving van Pai en maak een tocht naar de rijstvelden, de Nam Tok Mo Paeng watervallen of neem een bad in de Tha Pai heetwaterbronnen. Iets buiten Pai waant u zich even in China in het dorp Ban Santichon met zijn vele Chinese 'Yunnan'-restaurants, theewinkels en een nagebouwd stuk Chinese Muur. Ook Pai Canyon is een bezoek zeker waard; een spectaculaire kloof met steile rotswanden en mooie uitzichtpunten over de Pai vallei. Zeker ook met zonsopgang. Trek wel goede wandelschoenen aan.

Per auto van Chiang Mai naar Pai (130 km) is een spectaculaire rit omhoog door de bergen van drie tot vier uur (130 km) met maar liefst 762 bochten. De weg is onderdeel van de Mae Hong Son Loop.

Op een kwartier varen van Phuket in de beroemde Phang Nga Bay ligt een verborgen archipel in het Ao Phang-Nga Nationale Park. Met meer dan 40 tropische eilanden in een schitterend landschap van karststenen bergen en kliffen, idyllische kusten en fijne zandstranden, turquoiseblauw zeewater en vissersdorpjes in baaien is het Ao Phang-Nga Nationale Park een parel aan de Andaman kust van Thailand. Twee grote eilanden domineren in dit nationale park: Koh Yao Yai en Koh Yao Noi. Koh Yao Yai is de grootste van de twee eilanden en het minst ontwikkeld. Op Koh Yao Noi zijn de meeste voorzieningen voor reizigers te vinden, zoals hotels, restaurants, verhuur van boten en kajaks, duikscholen en fietsverhuur. Het belangrijkste dorp van het eiland is Koh Yao Noi Village. Het heeft een kleine authentieke markt, winkeltjes en leuke restaurantjes. Huur een traditionele longtail boot (met kapitein) en verken de prachtige eilandjes, baaien en stranden in Ao Phang-Nga, zoals de Hong eilandjes of het idyllische bounty-eiland Koh Nok met het mooiste witte zandstrand van de archipel. In de Pang Nga Bay liggen ook de eilandjes met de beroemde locaties uit de James Bond film ‘Men with the Golden Gun’. Ga snorkelen en duiken, verken een van de vele grotten met een lokale gids of zie Thailand's oudste mangrovebossen. Er zijn reguliere snelle bootverbindingen naar het nabije Phuket, Ao Nang, Krabi en Koh Phi Phi.

In de provincie Isaan aan de grens met Laos ligt het spectaculaire Pha Taem National Park. Pha Taem is de naam van een steile klif met zicht over de machtige Mekong rivier tot ver in buurland Laos. En er is meer… Pha Taem National Park heeft 3000 jaar oude prehistorische rotsschilderingen. U bewondert de rotsformaties van Sao Cha Liang in de vorm van grote paddenstoelen en u ziet mooie watervallen. De toegangspoort tot Pha Taem National Park is het slaperige stadje Khong Jiam, gelegen op een schiereiland waar de Mekong en de Mun rivieren samenkomen. Maak een boottocht en zie de bijzondere waterkolken en het kleurenpalet als de roodbruine Mekong en de blauwe Mun rivier samenvloeien. Bezoek de tempel Wat Tham Khuha Sawan met schitterend uitzicht op de twee rivieren. De Thai komen graag in Khong Jiam, er zijn een paar mooie hotels en restaurants aan de Mekong rivier. Vanuit Khong Jiam is het een rit van 18 km naar het Pha Taem National Park. Kom heel vroeg voor de zonsopgang of maak een middagwandeling en geniet aansluitend van de zonsondergang vanaf de beroemde klif.

Bezoek het ‘Angkor Wat’ van Thailand in het rustige stadje Phimai, op anderhalf uur rijden van Khorat. In het centrum van Phimai ligt het mooiste Khmer tempelcomplex in Thailand. Zelfs voor wie misschien al de Angkor Wat tempels in Cambodja gezien heeft, is Phimai absoluut de moeite waard. Phimai lag aan de ‘klassieke Khmer weg’, een historische route die vanuit Angkor Wat (Cambodja), hoofdstad van het grootse Khmer koninkrijk (9e-15e eeuw), naar Thailand leidde. De Khmer tempels liggen hier in het Phimai Historische park, midden in het kleine centrum van de stad. De tempels zijn ergens tussen de 10e en 12e eeuw gebouwd, het hoogtepunt van het eens machtige Khmer koninkrijk. Wie nog meer wilt leren over het Khmer koninkrijk, die bezoekt het Phimai National Museum, het beste museum van de provincie Isaan, met Khmer beeldhouwwerken, aardewerk en Boeddhabeelden.

Onderweg naar Kanchanaburi op een dik uur rijden van Bangkok ziet u de goudkleurige stupa waarschijnlijk al uit de verte. Bewonder de tempel Phra Pathom Chedi; met zijn 127 meter de hoogste boeddhistische stupa ter wereld. De chedi staat in de kalme provinciestad Nakhon Pathom op ongeveer 60 km ten westen van Bangkok. Op deze plek stond al in de 6e eeuw een stupa, die door Khmer koningen in de vroege 11e eeuw verbouwd werd. Birmese legers uit Bagan verwoestten de tempels en stupa helaas midden 11e eeuw. Gedurende acht eeuwen lag Phra Pathom Chedi in puin. Koning Rama IV herstelde het tempelcomplex en de hoge stupa in al zijn glorie in 1860. Vandaag de dag bezoeken de Thai deze tempel vanwege zijn bijzondere koninklijke status en om eer te bewijzen aan koning Rama VI, wiens as hier bewaard wordt.

Phuket is de voornaamste toegangspoort tot de Andaman kust, de toeristische badplaats én de populaire trekpleister voor de perfecte strandvakantie. Phuket stad ligt op Phuket eiland met tientallen langgerekte zandstranden. Het binnenland van Phuket eiland is groen en heuvelachtig, en biedt watervallen en mooie uitkijkpunten over verborgen baaien. Phuket eiland is zó groot, dat het eigenlijk niet als een eiland voelt. Daarom is het ‘Koh’, het Thaise woord voor eiland, weggevallen. Het bekendste strand van Phuket eiland is het Patong strand, een brede weidse maanvormige baai aan de westkant van het eiland. Patong is het toeristische middelpunt van het eiland met een druk strand, een levendige avondmarkt, restaurants, cabaretshows en ‘Muay-Thai’, Thaise kickboks wedstrijden. Andere populaire stranden op Phuket eiland zijn Karon, Kata, Chalong, Kamala, Surin en Ao Bang Thao. Hoe noordelijker en verder u gaat van Phuket stad, des te rustiger het wordt.
Phuket is drukbezocht en geliefd, en ook voor wie niet van strand houdt, is er genoeg te doen. In het oude centrum van Phuket stad vindt u gerestaureerde monumenten van Chinees-Portugese architectuur en kleine Chinese tempels. Ga dineren in het Blue Elephant restaurant, in een prachtige voormalige villa uit 1903. Houdt de zondagavond vrij voor de beste markt van heel Phuket: op Thalang road vindt u vele kraampjes, cafés, coffeeshops, boutiques en restaurants. Houdt u liever van meer luxe in de airconditioning, ga dan naar Central Festival Phuket, een grote shoppingmall met veel keuze. Phuket stad is weliswaar geen Bangkok, maar biedt wel degelijk een bruisend nachtleven met als middelpunt Soi Bangla Road, waar de muziek hard klinkt en de neonlichten pas weer doven als de zon opkomt. Op Soi Bangla vindt u een groot aanbod aan muziekclubs, drinkbars, theaters, ladyboy cabaretshows, gogobars, paaldansbars, massagesalons, spa's en tattoo-shops.
Als u Phuket stad uitrijdt op weg naar een strand of een andere bestemming in het binnenland, dan is de kans groot dat u hem ziet: de witte reuze-Boeddha, op een heuveltop, 60 meter hoog en uitkijkend over de westkant van het eiland. De Boeddha is hier in 2007 neergezet op een van de mooiste uitzichtpunten van het eiland. Voor een mooie zonsondergang gaat u naar Promthep Cape, op het meest zuidelijke puntje van het eiland. Het kan er erg druk zijn: u bent niet de enige die hier van een onvergetelijke zonsondergang komt genieten. Een ander mooi uitkijkpunt is het nabijgelegen Windmill viewpoint. In het heuvelachtige binnenland van Phuket vindt u jungle en watervallen. De drie bekendste watervallen van Phuket zijn Bang Pae, Kathu en Ton Sai. Gaat u liever het water op, neem dan ’s ochtends vroeg de boot vanaf de Bang Rong Pier in Noordoost-Phuket naar nabijgelegen bounty-eilanden zoals Koh Yao Yai, Phang Nga Bay en Koh Yao Noi, die op korte vaarafstand liggen. Koh Yao Yai is een groot eiland met lange rustige stranden. Koh Yao Noi is een idyllisch kleinschalig eiland met mooie resorts. Wie iets meer tijd heeft, die chartert een boot naar Ko Similan, een Marine Nationaal park en volgens kenners een van de beste eilanden om te gaan snorkelen of duiken. Ten noorden van Phuket bezoekt u nationale parken zoals Khao Sok en Khao Lak. In zuidelijke richting gaan er reguliere bootdiensten naar de populaire eilanden zoals Koh Phi Phi en Koh Lanta, en naar Krabi.

Voor de zuidoostkust van Thailand in de Thaise Golf liggen drie zustereilanden, het onweerstaanbare trio Koh Samui, Koh Phangan en Koh Tao. De drie eilanden met hun fijne zandstranden, baaien en azuurblauwe zee zijn geliefd bij vele toeristen en trekken zowel backpackers als luxe resortgasten aan, vooral in onze zomermaanden wanneer het hier aan de oostkust van Thailand weinig regent. In de Koh Samui archipel begint het regenseizoen pas in november. De Koh Samui archipel is een paradijs voor eiland hoppers, vooral omdat de eilanden zo verschillend zijn. Al eiland hoppend geniet je van bijzondere eiland sferen van authentiek tot mondain.

Bezoek een waar openluchtmuseum uit ruwweg de 13e tot en met 15e eeuw in Si Satchanalai of voluit Si Satchanalai & Chaliang Historisch Park. In deze twee historische ruïnesteden Si Satchanalai en Chaliang staan de stenen tempels nog overeind, de huizen van de bewoners zijn niet bewaard gebleven. De architectuur van de tempels in beide ruïnesteden is uit dezelfde tijd als het bekendere Sukhothai, dat 70 km naar het zuiden ligt. De omgeving van Si Satchanalai is landelijk en het is hier een stuk rustiger dan in Sukhothai. Het beste verkent u de vele tempels op de fiets en bewondert u in uw eigen tempo de monumenten en vooral de sierlijke Boeddhabeelden. De hoofdtempel in Si Satchanalai is de laat 13e eeuwse Wat Chang Lom met mooie beelden van bijna 40 olifanten in de basis van de Sri Lankaanse stijl stupa. Vlakbij beklimt u een heuvel met mooi zicht op de Wat Chang Lom en de ruïnestad. Zo krijgt u een goed beeld van de vroegere oude stad. Op de heuvel staat de tempel Wat Khao Phanom Phloeng met een chedi (stupa) en een zittend Boeddhabeeld. Een kort ritje op de fiets verder komt u aan in Chaliang, de tweede ruïnestad. Neem een kijkje in de tempel Wat Phra Si Ratana Mahathat met een hoge chedi (stupa) en drie schitterende Boeddhabeelden in Sukhothai-stijl. De Wat Chao Chan tempel kenmerkt zich door de typische toren in Khmer-bouwstijl uit de 12e eeuw. Wilt u meer weten over de hoogtijdagen van deze twee steden, ga dan naar het naburige stadje Sawankhalok en bezoek het Sawanworanayok Nationale Museum met zijn uitgebreide kunstcollectie van onder meer 'Celadon', Chinees groen keramiek, bronzen en stenen Boeddhabeelden in Sukhothai-stijl uit de 12e tot en met 15e eeuw.

Sukhothai is een schitterend groot openluchtmuseum dat op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. Van 1238 tot 1350, tijdens de Gouden Eeuw van de Thaise beschaving, was Sukhothai de hoofdstad van het koninkrijk Siam, met de mooiste klassieke religieuze kunst en architectuur. In Sukhothai zijn tempelruïnes, stupa’s en Boeddhabeelden uit de 13e en 14e eeuw te zien in het Sukhothai Historical Park. Het beste verkent u de vele tempels op de fiets en bewondert u in uw eigen tempo de monumenten en vooral de sierlijke Boeddhabeelden. Bekijk het 15 meter hoge Boeddhabeeld in de tempel Wat Si Chum, waar lokale bezoekers bladgoud op de vingers van de zittende Boeddha plakken. Proef de sfeer in de wat kleinere intieme tempel Wat Chang Lom met mooie beelden van bijna 36 olifanten in de basis van de stupa. Nog niet genoeg gekregen van de tempelarchitectuur van Sukhothai? Leer meer over de geschiedenis van het oude Thailand in het Ramkhamhaeng National Museum. Dit is de beste plek om meer te weten te komen over het Sukhothai Historical Park.

Deze grote hoofdstad van de gelijknamige provincie Udon Thani is een handig vervoersknooppunt op de route van Bangkok naar Vientiane, de hoofdstad van Laos. Vanaf Udon Thani is het nog maar een rit van circa twee uur naar Vientiane. Udon Thani is een moderne stad met voornamelijk handel gericht op buurlanden Laos en China. Voordat u verder reist naar Laos of een andere Thaise bestemming, raden wij u aan om toch rond te kijken in deze stad. Vlakbij Udon Thani lag tijdens de Vietnamoorlog een van de grootste Amerikaanse luchtmachtbases. Steek een wierookstokje op in de Sanjao Puya, een grote Chinese tempel opgezet door de lokale Thai-Chinese gemeenschap. Huur een fiets en verken het Nong Prajak park of laat u masseren door een van de vele straatmasseurs. Bent u in de eerste helft van december in Udon Thani, probeer dan het lokale Thung Si Meuang festival bij te wonen, met culturele optredens, Chinese tempelprocessies, markten en natuurlijk veel eten. Udon Thani heeft een luchthaven met directe vluchten naar Bangkok, Phuket en Chiang Mai.