Cambodja rondreizen

Het absolute hoogtepunt van uw Cambodja reis is een bezoek aan het wereldberoemde Angkor Wat complex bij Siem Reap. Het is een architectuurwonder van wereldformaat en staat dan ook terecht op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Trek minimaal twee volle dagen uit om de monumenten te bewonderen en geniet zo in een rustig tempo van Angkor.

Eerst even een misverstand uit de weg ruimen. Angkor was een stad; eeuwenland de imposante hoofdstad van het Khmer koninkrijk. Het huidige Archeologisch Park beslaat een gebied van wel 400 km2, waar meer dan 100 tempels uit het verleden te vinden zijn. Onder verschillende Khmer-heersers is de stad Angkor gaan groeien en kende het een bloeiperiode ruwweg tussen de 9e en 12e eeuw. Koning Jayavarman II (802-850) verenigde Cambodja en stichtte zijn hoofdstad in Angkor. Drie eeuwen lang bouwden de koningen van Angkor er groots opgezette tempels. De laatste grote koning Jayavarman VII (1181-1201) bouwde de meeste van de tempels van Angkor.

Angkor Wat is de hoofdtempel. Het beroemdste en meest indrukwekkende monument van alle tempels in Angkor. Deze tempel is een waar bouwkundig huzarenstuk. Men schat dat maar liefst 50000 mensen hebben gewerkt aan de Angkor Wat. Het tempelgebouw is opgetrokken uit zandsteen, afkomstig uit een groeve 30 km verderop. Gigantische blokken werden gehouwen, naar de bouwplaats getransporteerd en daar op hun plaats gezet, enkel en alleen met mankracht. Het is een klus die te vergelijken is met de bouw van de piramides in Egypte.

Het mooiste en rustigste moment om de Angkor Wat te bezoeken is bij zonsopkomst. Het zonlicht op de vijf torens is adembenemend mooi en u heeft de tempel bijna helemaal voor uzelf. Zonsondergang is ook een mooi moment om Angkor te bekijken. Vanaf de heuvel Phnom Bakheng heeft u een schitterend uitzicht over het oerwoud en de Angkor Wat. In het hoogseizoen bent u hier natuurlijk niet de enige, het kan behoorlijk druk zijn.

Vanaf zo’n hoog standpunt met het weidse uitzicht over de Angkor Wat en de omliggende jungle komt de vraag misschien bij u op: hoe kan het toch dat deze tempels ooit vergeten raakten en overwoekerd door de jungle? Met hulp van radar en satelliet zijn de fundamenten van de mythische stad onderzocht. De stad Angkor moet vroeger bijna drie keer zo groot zijn geweest als de huidige omvang. Het was met zijn 800.000 inwoners wereldwijd de grootste stad uit het pre-industriële tijdperk. Pas midden 19e eeuw ontstonden steden met meer inwoners. Archeologen vermoeden dat Angkor ten onder is gegaan door een combinatie van ecologische factoren: watergebrek, overstromingen, overbevolking en ontbossing. De Khmer bouwden niet alleen de indrukwekkende Angkor tempels, daarnaast groeven ze een complex irrigatiesysteem en een gigantisch waterreservoir van 8 bij 2 km. Zo hadden de inwoners van Angkor en de boeren op de rijstvelden altijd voldoende water, zelfs tijdens het droge seizoen. Het zorgde voor ongekende rijkdom en macht van het Khmer rijk. Hoe ingenieus dit watersysteem ook was, het bleek erg moeilijk om zo’n groot netwerk te onderhouden. Om meer rijstvelden aan te leggen, kapten de Khmer bomen om. De ontbossing veroorzaakte erosie. Door deze erosie kwam er afval en slib met het water mee. Zo raakten de kanalen en reservoirs van het waternetwerk verstopt. Dat zorgde op zijn beurt voor overstromingen op de velden of juist een tekort aan water op andere plaatsen. Het blijft gissen voor archeologen, maar men denkt dat de stad Angkor in 1432 grotendeels is verlaten en ingeruild voor de nieuwe hoofdstad Phnom Penh. De tempels van Angkor raakten in verval en overwoekerd door de jungle. Pas in 1860 werden de tempels herontdekt door Franse archeologen. Hun publicaties in het westen zorgden voor een ware Angkor-koorts.

Andere schitterende Angkor tempels die u zeker moet gaan bezoeken zijn de Angkor Thom, de tempel Ta Prohm, de Bayon tempel en de tempels van Bantey Srei.

Angkor Thom
Angkor Thom is eigenlijk een ommuurde stad in een stad. Aan 4 zijden wordt Angkor Thom beschermd door hoge muren en een slotgracht. De monumentale stadspoorten zijn indrukwekkend. De zuidpoort heeft een boog van meer dan 23 m hoog en wordt gesierd door een mysterieus figuur met 4 gezichten. De brug over de slotgracht is bekend van de 54 reuzen die de heilige naga, slang, ondersteunen.

Bayon
De Bayon tempel is misschien wel de meest gefotografeerde tempel van Angkor. Het vierkante complex van twee lagen kent 54 torens met elk vier glimlachende reuzegezichten. Bij binnenkomst in de tempel kijken deze 216 mysterieuze gezichten vanuit de hoogte op u neer. Mis zeker niet de mooie bas-reliëfs met wel meer dan 10.000 figuren.

Ta Prohm
De Ta Prohm is nog altijd deels overwoekerd door de jungle. Met opzet heeft het Angkor Conservation Office deze tempel zo gelaten, zodat bezoekers zich een beeld kunnen vormen hoe de eerste Franse ontdekkers alle tempels aantroffen eind 19e eeuw. Het is een schokkend gezicht: de met mos begroeide gezichten van beelden, de door kapokbomen gewurgde muren en daken, de door wortels ontzette stenen. Er is nog heel veel tijdrovend en kostbaar restauratiewerk te verrichten, zo veel is wel duidelijk na uw bezoek hier. De Ta Prohm wordt ook wel de Angelina Jolie tempel genoemd, omdat scenes uit de Lara Croft film met de actrice hier geschoten zijn.

Bantey Srei
De Bantey Srei zijn mythische tempels van Angkor, klein maar fijn, gebouwd uit roze zandsteen. Ze zijn totaal anders dan de imposante Angkor Wat. Ze doen in de verte denken aan de Hindoetempels op Bali met hun verfijnde beeldhouwwerk. De schoonheid van deze tempels laat niemand onberoerd: de Rode Khmer liet ze grotendeels intact. Een eerdere bezoeker, de Franse schrijver Malraux (later minister van Cultuur) werd op heterdaad betrapt toen hij in 1923 bas-reliëfs uit deze tempel probeerde te stelen.

Wie meer van Cambodja wil zien en een rustig provinciaal tempo wilt ervaren, die bezoekt Battambang. Het is een grote stad die klein aanvoelt, al is het de tweede stad van het land. Met zijn meer dan 800 historische gebouwen is Battambang een van de best bewaarde unieke steden in Zuidoost-Azië. De stad ligt ten westen van Siem Reap op circa vier uur rijden met de auto. Onderweg ziet u veel rijstvelden, de gelijknamige provincie Battambang is immers de rijstschuur van Cambodja. Ook staat Battambang bekend om de smakelijke groene sinaasappels.
In het overzichtelijke centrum van Battambang staan veel koloniale huizen langs brede straten. Ga wandelen door de stad en loop een van de vele fraai gedecoreerde tempels binnen. Zoals de Wat Dhum Rey Sor, de Pagode van de Witte Olifant. Deze tempel staat vol beelden van witte olifanten. Loop zeker ook het park naast de pagode binnen. Hier vinden vaak optredens plaats van traditionele dans en muziek. Net als Phnom Penh heeft Battambang een overdekt marktgebouw in art-deco stijl. U herkent het gebouw aan de typische gele mosterd kleur. In het Battambang Provinciale Museum vindt u een bonte verzameling van Angkor beeldhouwwerken, aardewerk en traditionele muziekinstrumenten.

Bezoek het grootste nationale park van Cambodja. Met uw komst draagt u meteen bij aan de bescherming van het bos en wordt (hopelijk) met de inkomsten van toerisme illegaal kappen tegengegaan. In Bokor leven vogels, olifanten en andere zoogdieren. U moet veel geluk hebben wilt u een glimp opvangen van de olifanten: ze leven in de uithoeken van dit uitgestrekte park. Geniet van de natuur, de vergezichten en de Popokvil watervallen.

Voor het beste uitzicht gaat u naar Bokor Hill (1.080 m), een berg in dit nationale park. Bij helder weer geniet u van een weids uitzicht over het park, de stad Kampot en in de verte de zee. Ga vooral 's ochtends vroeg, dan hangt er nog mist rond de berg.

Ooit was Bokor Hill een Franse zomerverblijfplaats. Vanwege de koele temperaturen bovenop Bokor Hill bouwden de Fransen in 1917 een 'hillstation', met huizen, een kerk en een hotel. Door zijn ligging was deze heuvel altijd van strategisch belang voor machthebbers. Zodoende vestigde de Rode Khmer zich hier in de jaren ’70. In 1979 is er nog zwaar gevochten op Bokor Hill tussen de Rode Khmer en het invallende Vietnamese leger. De kerk staat er nog altijd, al is die wat gehavend na de bezetting door de Rode Khmer. Bokor Hill was lange tijd een spookstad, al breken er misschien betere tijden aan. Het oude hotel is na een langdurige verbouwing heropend als 5-sterren hotel ‘Le Bokor Palace’, met luxe suites en een weids uitzicht over de zee en de jungle.

Het Cardamom gebergte ligt in het zuidwesten van Cambodja en strekt zich uit over een gebied van wel 10.000 km2. Het is een enorm groot gebied waarvan maar een klein deel toegankelijk is. De hoogste berg van Cambodja ligt hier: de Phnom Aural (1.813 m). De specerij cardamom groeit in deze bergen, vandaar de naam. Leden van de Pohl bergstam kweken al generaties lang de kostbare specerij: de teelt, oogst en verkoop verloopt via de Pohl.

Dit gebied was tot eind jaren 80 van de 20e eeuw een van de laatste bolwerken van de Rode Khmer. Onbegaanbare wegen en landmijnen zorgden ervoor dat mensen zich lange tijd niet waagden in dit gebied. Economische ontwikkeling kwam zodoende niet van de grond. Flora en fauna daarentegen profiteerden van de rust en afwezigheid van mensen. De val van de Rode Khmer leidde tot een groei in de bosbouw en daarmee tot een neergang van de natuur. Houtkap, stroperij en landbouw bedreigen nu dit kwetsbare natuurgebied. Vooral bij Pailin en Koh Kong worden bossen gekapt voor de aanleg van palmolie- en suikerrietplantages. Twee regio's in dit gebergte worden beschermd: de Central Cardamom Reserve en de Southern Cardamom Reserve. In de bossen in deze reservaten leeft een diversiteit aan dieren, zoals de Aziatische olifanten, beren, de Siamese krokodil en herten. De tijger is helaas uitgestorven.

Voor natuurliefhebbers is het Cardamom gebergte echt genieten: ontdek hier een ongerept stukje van het land. Trek door de jungle, spot apen en neushoornvogels, fotografeer watervallen en bezoek kleine dorpen. Ook boot- en kajak tochten zijn hier populair.

Tussen Battambang en Phnom Penh ten zuiden van het Tonlé Sapmeer ligt het authentieke plattelandsdorp Kampong Chhnang. Deze regio staat bekend om zijn goede rivierklei en het pottenbakken.

Kampong Chhnang betekent 'potten haven', een verwijzing naar de Tonlé Sap rivier en het aardewerk. Het dorpje is de bakermat van het Cambodjaanse aardewerk. Bezoek hier een pottenbakkerij en leer van lokale ambachtslieden de eeuwenoude kunst van het pottenbakken. Ontdek het geheim van de perfecte Mekong klei, en maak met eigen hand een uniek aardewerk. Kampong Chhnang is een leuke tussenstop op weg naar Phnom Penh of Battambang. Met uw aankopen steunt u lokale bedrijfjes.

Heeft u de tijd, overnacht dan in het Farmhouse Resort. Het Farmhouse is een unieke plek om te verblijven. U leert meer over de Khmer-cultuur in een ontspannen en luxe omgeving. Het resort is deel van een NGO, Smiling Gecko, een sociale onderneming die werkgelegenheid en opleiding biedt aan Cambodjanen. Smiling Gecko exploiteert niet alleen dit resort, maar ook scholen, een timmerfabriek, een visboerderij en andere gemeenschapsprojecten in de regio. Het resort organiseert allerlei tours in de omgeving zoals een bezoek aan een boerderij, een school en dorpen.

Kampong Thom ligt precies halverwege op de route van Phnom Penh naar Siem Reap. Het stadje is een handige stop onderweg naar Angkor Wat. De afslag naar de tempel Preah Vihear in het noorden van Cambodja is vlakbij Kampong Thom. Het stadje heeft zelf vrij weinig te bieden en iedereen rijdt door naar Siem Reap. Wie echter de tijd neemt, die gaat twee mooie tempelcomplexen buiten Kampong Thom bezoeken: de boeddhistische pagodes van Phnom Santuk en de Hindoetempels van Sambor Prei Kuk.

-De heilige berg Phnom Santuk
Boven op de heilige berg Phnom Santuk (207 meter) liggen boeddhistische pagodes. Loop in uw eigen tempo samen met pelgrims de trappen omhoog naar de top. De route omhoog telt meer dan 800 treden. Onderweg ziet u liggende boeddhabeelden. Volgens de overlevering zouden de beelden en andere relikwieën eind 15e eeuw vanuit Angkor naar deze berg zijn overgebracht. Boven op de berg ziet u nog meer beelden, stupas en kleine tempels gewijd aan mythische draken en slangen (naga’s). In de tempel zijn er altijd wel monniken die graag een praatje met u aanknopen. Vanaf de berg heeft u bij helder weer zicht op het Tonlé Sapmeer. Let goed op uw spullen, er zijn langs de trap brutale apen die graag eten of uw zonnebril weggraaien.

-Sambor Prei Kuk tempelcomplex
Wie wil zien wat er voorafging aan de Angkor periode, die bezoekt deze tempels. De tempels van Sambor Prei Kuk zijn gebouwd van de 6e tot en met de 9e eeuw. De gebouwen waren ooit de kern van de oude hoofdstad Isanapura van het Zhenla-koninkrijk. Het rijk van Zhenla ging vooraf aan het tijdperk, toen Angkor de hoofdstad was van het nog grotere Khmer-rijk. De ruïnes liggen in een uitgestrekt gebied met deels gekapt oerwoud. Archeologen vermoeden dat het ontwerp van deze tempels de inspiratie vormde voor de bouwmeesters die 500 jaar later de Angkor Wat ontwierpen. In 2017 kreeg de Sambor Prei Kuk de UNESCO werelderfgoed status.

Kampot is een slaperig stadje aan de rivier aan de voet van het Bokor gebergte, niet ver van de badplaats Kep en de stad Sihanoukville. Kampot is een handige uitvalsbasis voor een bezoek aan het Bokor National Park.

In het centrum van Kampot staan opvallend veel goed geconserveerde koloniale panden. Langs de rivier gaat u eten in een van de drijvende restaurants. Of ga met een drankje op een terras aan de rivier zitten en geniet van het uitzicht. Vissersbootjes varen aan het einde van de dag voorbij met de vangst van de dag. Kinderen zwemmen in de rivier. Het platteland rondom Kampot biedt mooie sawa’s, plantages, zoutvelden en lotusvijvers.

Tussen Kampot en Kep zijn een aantal peperplantages te vinden waar de ‘Kampot peper’ verbouwd wordt. U ziet de staken met groene peperplanten in nette rijen groeien meer dan drie meter hoog. Twee bekende plantages zijn Ta Li en Ta Ly. Deze regionale pepersoort is beroemd in Cambodja. Volgens kenners is de ‘Kampot peper’ uniek in zijn soort. Het heeft een complexe smaak, een vleugje eucalyptus en verse kruiden. Chinese historische bronnen vermelden al in de 13 eeuw de teelt van peper in deze regio. In de 19e eeuw toen Kampot tot Frans Indochina behoorde, kwam alle peper in Frankrijk hiervandaan. Tijdens het Rode Khmer bewind werd alle peperteelt verwoest. Pas eind jaren 90 van de vorige eeuw begonnen Cambodjaanse families hier voorzichtig weer met de verbouw van peper. Kampot peper wordt nu geëxporteerd naar ondermeer Amerika en Australië. Bezoek de plantages per tuk tuk en neem een zakje peperkorrels mee voor thuis.

In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw was dit een mondaine badplaats, bekend als Kep-sur-Mer. De naam Kep komt van het Franse 'Le Cap', de kaap. Kep is in 1908 gesticht als een chique badplaats voor de koloniale 'beaumonde’ en was altijd zeer geliefd bij de Franse en Khmer jetset. De locatie is uniek: het ligt op een beboste kaap en is aan drie zijden omringd door de zee. Ook na de onafhankelijkheid bleef Kep een populair strandoord voor de Cambodjaanse elite. Onder de Rode Khmer was het snel afgelopen met dit 'bourgeois' tijdverdrijf en raakte Kep in verval. De Franse en Cambodjaanse villa's werden door de Rode Khmer in brand gestoken. Pas sinds kort is Kep met een voorzichtige opleving bezig, mede dankzij de toegenomen welvaart en investeringen in nieuwe infrastructuur.

De meeste Cambodjaanse vakantiegangers komen niet zozeer om te zwemmen of zonnebaden op het strand: ze komen om krab te eten. Een andere bijnaam van Kep is ‘Crab City’, de lokale krabbenmarkt is overal in Cambodja bekend. De regionale specialiteit is de pikante Kep peperkrab. Het gerecht staat in elk restauran in de Crab Market straat op het menu: gefrituurde krab met groene Kampot-pepersaus. De krab wordt bereid met de beroemde ‘Kampot peper’. De krab wordt ook gegrild op de barbecue, gekookt, in een curry verwerkt of geserveerd in een soep. De krabbenmarkt vindt u aan het strand. Hier zijn ook eetstalletjes te vinden waar u de krab kunt eten. En lust u geen krab, er staan ook andere zeevruchten op het menu zoals inktvis, garnaal en verschillende versgevangen vissen.

Geniet buiten Kep vooral van de schitterende omgeving, peperplantages, rijstvelden, zoutpannen aan de kust en traditionele Khmer-dorpen. Wie wil wandelen, beklimt de heuvel achter Kep. Hier vindt u het kleinste reservaat van Cambodja, Kep National Park. Een acht km lang pad leidt door een bos naar de heuveltop. Hier heeft u een mooi uitzicht over zee. De zonsondergang in Kep is schitterend, de meeste stranden liggen op het westen.

Heerlijk luieren en uitrusten op het strand van een bounty eiland. Dat kan op een van de tropische eilanden Koh Rong en Koh Rong Samloem. De twee eilanden liggen voor de kust van de badplaats Sihanoukville. Beiden eilanden zijn gezegend met witte zandstranden, een blauwe zee en koraalriffen. Hier komt u om te relaxen, te snorkelen, te duiken en te genieten van de natuur. Verwacht hier geen luxe resorts, of overdadig nachtleven. Snelle wifi is er ook niet en soms valt de stroom uit. Vanaf Sihanoukville is het ongeveer een uur varen naar de eilanden Koh Rong en Koh Rong Samloem. De boten varen meerdere keren per dag, dus een paar dagen op één van de eilanden is makkelijk in te passen in uw reis. Wij raden u minimaal drie nachten aan.

Kratie is een slaperig stadje aan de oever van de Mekong rivier. Kratie ligt op een knooppunt van wegen tussen de hoofdstad Phnom Penh, de provinciestad Stung Treng en de grens met Laos en de oostelijke provincie Ratanakiri.

Kratie dankt zijn faam aan een zeldzaam dier: de Irrawaddy-dolfijn. De zoetwatervis komt voor in het 200 km lange deel van de Mekong rivier van Kratie tot aan de grens met Laos. De donkergrijze vissen hebben ronde rugvinnen en stompe ronde koppen en worden tot bijna 3 meter lang. Helaas wordt de dolfijn met uitsterven bedreigd en in 2007 werd de populatie in de Mekong rivier op nog geen 100 dieren geschat. Bezoekers komen naar Kratie om deze bijzondere rivierdolfijn te spotten. Zo'n 15 kilometer buiten Kratie worden boottochten georganiseerd om de Irrawaddy-dolfijn te spotten. Absolute zekerheid dat u ze ziet kunnen we niet geven, maar ook als de dolfijnen zich niet laten zien is dit een mooie boottocht. Kratie wordt omringd door waterrijk platteland met interessante dorpjes. Huur een fiets en verken de omgeving met zijn traditionele huizen en pagodes.

Pal tegenover Kratie ligt het eiland Koh Trong in de Mekong. Eigenlijk is het een zes kilometer lange zandbank, een eiland in de rivier met zandstranden. Op het eiland ligt het tempo een stuk lager dan in Kratie. Er rijden geen auto’s. U komt hooguit ossenkarren, boeren en vissers tegen. Ontdek het eiland per fiets en leer meer over het leven van de bewoners en de rijke oogst die de vruchtbare grond hier oplevert. Vier maanden per jaar stroomt het eiland deels onder en laat de Mekong vruchtbaar slib achter.

Bezoek Mondulkiri, ‘het Wilde Oosten’ van Cambodja. Het is een relatief onbekende, dunbevolkte provincie in de noordoosthoek van Cambodja tegen de grens met Vietnam. Mondulkiri betekent letterlijk ‘Waar je de bergen ontmoet’, een passende naam voor een streek waar na de hete laagvlaktes glooiende heuvels u tegemoet komen. Mondulkiri is de grootste en meest dunbevolkte provincie van Cambodja. Het is een bijzonder gebied met bergen, tropisch regenwoud, watervallen, olifanten en bergvolkeren.

Steeds meer reizigers ontdekken het natuurschoon van Mondulkiri, met zijn groene heuvels, loof- en naaldbossen, plantages, fruitboomgaarden en watervallen. De charmante slaperige hoofdstad Sen Monorom wordt omringd door bergen en is een goede uitvalsbasis voor trips in de omgeving. Er wonen hier slechts 7000 mensen.

Bezoek de bergstamdorpen nabij Sen Monorom. In deze bergen wonen al eeuwenlang etnische stammen zoals de Lao en de Bunong in afgelegen dorpen. Mondulkiri was zo geïsoleerd dat de Khmer heersers geen interesse toonden in deze streek. Dat was in de 20e eeuw wel anders. Tijdens de Vietnamoorlog was Mondulkiri een basis voor het Nationale Bevrijdingsfront van Zuid-Vietnam. Vandaar dat de Amerikanen vele malen bombardementen hebben uitgevoerd. De Rode Khmer verdiende geld middels houtkap en illegale mijnbouw en richtte zo veel schade aan aan de natuur. Vandaag de dag azen projectontwikkelaars op het land van de lokale bevolking voor ontwikkeling.

Als u Mondulkiri bezoekt raden wij u aan het Elephant Valley Project te bezoeken. Deze organisatie is opgezet met twee doelen: natuurbehoud en economische kansen voor de Bunong stam. Het ligt op een klein half uur rijden van Sen Monorom. Leer meer over natuurbehoud en bescherming van de olifanten in dit reservaat. Het project creëert werkgelegenheid voor de etnische Bunong. Samen met een gids wandelt u in de bossen, waar de dieren leven. Voor de Bunong is de olifant het voornaamste middel van vervoer in de bossen.

Ook interessant, maak een trektocht naar een Bunong-boerderij, waar u de diversiteit aan landbouwproducten ziet die in deze streek worden verbouwd. Zoals cassave, chilipepers, gemberwortel, mais, pompoen, citroengras, wilde rijst, ananas en cashewnoten).

Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja is een boeiende stad en biedt veel cultuur en een tastbare geschiedenis. Er valt veel te zien en te beleven. Geniet van een koffie of een drankje op een van de vele terrassen aan de Sisowath kade langs de Tonlé Sap rivier. Dineer op het terras van de Foreign Corrspondents Club, vroeger het trefpunt van de oorlogscorrespondenten tijdens de Vietnam oorlog en alle andere conflicten. Struin rond in de straatjes langs de rivier en ervaar het uitgaansleven van de stad.

Phnom Penh en zijn inwoners gingen jarenlang gebukt onder het trauma van de Rode Khmer periode. Nu wil het vooral positief vooruitkijken en zijn vroegere koloniale bijnaam ‘Parel van Azië’ terugverdienen. Phnom Penh’s Franse koloniale architectuur heeft wonderbaarlijk genoeg het Rode Khmer-terreurbewind ongeschonden doorstaan. U ziet het nog terug in hotels en villa’s in het centrum, en huizen met Franse balkonnetjes aan de Sisowath kade.

In de meest noordelijke provincie van Cambodja Preah Vihear ziet u de mooiste Khmer tempels na de Angkor Wat. Deze eeuwenoude hindoeïstische tempels zijn gebouwd tijdens het Khmer-rijk van circa de 9e tot en met de 12e eeuw. De tempels zijn gewijd aan de god Shiva.

Het gebied hoorde van midden 15e eeuw tot 1907 bij het koninkrijk van Siam, het huidige Thailand. In 1907 lijfden de Fransen deze grensstreek in bij Indochina. Tot ver in de jaren 90 van de 20e eeuw was deze noordelijke uithoek van het land nog een broeinest van de Rode Khmer. Nu leiden nieuwe wegen naar de Prasat Preah Vihear, zoals dit tempelcomplex voluit heet. Het schitterende tempelcomplex ligt bovenop een 550 meter hoge klif in het Dangrek-gebergte met prachtige vergezichten over de laaglanden, vlak bij de Thaise grens.

Al meer dan een eeuw twisten Thailand en Cambodja om de loop van de grens en met name om dit tempelcomplex. Cambodja bracht de zaak in 1962 voor het Internationale Gerechtshof in Den Haag. Het Hof besliste toen dat de tempel in Cambodja ligt. In 2008 plaatste UNESCO de tempel op de Werelderfgoedlijst. Door deze actie laaide het conflict tussen de twee landen weer op in 2009. Thailand had het liefst de Preah Vihear tempels ingelijfd in een militaire flitsoperatie. Echter, het Cambodjaanse leger bood weerstand. Soldaten sneuvelden, en een granaat beschadigde een tempel. De zaak kwam wederom voor het Internationale Gerechtshof in Den Haag. Uiteindelijk kreeg Cambodja niet alleen de tempels maar ook het omliggende gebied van circa 4,5 km2 in 2013 toegewezen.

Ratanakiri is een afgelegen provincie in de uiterste noordoosthoek van het land, grenzend aan Vietnam en Laos. Ratanakiri betekent letterlijk ‘Berg van de Edelstenen’. In dit heuvelland worden namelijk volop edelstenen gedolven. Deze provincie is één van de groenste gebieden van Cambodja. Regenwoud wordt afgewisseld met watervallen, dorpjes en vele plantages. Ratanakiri wordt ook wel de ‘watervallen provincie’ genoemd. Vooral in de regentijd zijn de watervallen prachtig.

Het provinciestadje Ban Lung is een prima basis om trips te maken in de omgeving. Er zijn hier goede voorzieningen. Grote kans dat u hier in een van de hotels logeert die rondom het Kan Seng Meer midden in de stad liggen. Er zijn restaurants, streetfood en een lokale markt. Behalve groente en fruit vindt u op de markt ook kleding, handwerk, traditionele medicijnen en een groot aanbod van edelstenen. Pas echter op, want er zijn veel nepstenen in omloop.

Op 5 km van Ban Lung ligt het kratermeer Yak Laom, een bijna perfect rond meer van 50 meter diep met blauwgroen water. Ga hier zwemmen en relax na afloop op een van de houten drijfsteigers. In een uur loopt u rond het meer.

Bezoek ook de Ka Tieng waterval. Ga hier zwemmen met de lokale bevolking. Spectaculair is dat u zelfs achterlangs de waterval kunt lopen.

Ratanakiri is het thuisland van verschillende etnische minderheden, zoals de Jarai, de Kreung, de Tampuan, H’mong en Kachah. Zo vlak bij de grens met Laos is er natuurlijk ook een grote Laotiaanse gemeenschap. Wat al deze minderheden gemeenschappelijk hebben is hun animisme. Zij geloven dat er geesten schuilen in de natuur; in bomen, watervallen en rotsen.

Het Virachey National Park is Cambodja's grootste nationale park met oerbossen, hoge bergen, valleien en uitgestrekte grasvlaktes. De afgelegen ligging is nu juist een pluspunt voor het behoud van flora en fauna. Meerdaagse trektochten worden georganiseerd in dit park. Hier leven onder meer olifanten, beren en luipaarden. Al moet u wel een flinke dosis geluk hebben wilt u dieren spotten in dit enorm uitgestrekte park.

Tijdens uw bezoek aan het Angkor tempelcomplex overnacht u in het naburige stadje Siem Reap, op circa acht kilometer van de tempels vandaan. Het ooit zo slaperige stadje heeft een explosieve groei doorgemaakt met de komst van toerisme. Veel nieuwe hotels zijn gebouwd aan de rand van het centrum, maar ook aan de weg tussen de (oude) luchthaven en de stad. In 2023 is een spiksplinternieuwe, mede door China gefinancierde, luchthaven geopend op circa één uur rijden ten oosten van de stad. In het oude centrum van Siem Reap treft u nog Franse koloniale gebouwen aan. Het paleis van de Cambodjaanse koning Norodom Sihamoni staat pal in het centrum, al brengt hij hier weinig tijd door. De koning woont namelijk officieel in Phnom Penh.
Op de overdekte markt van de stad is het goed shoppen voor o.a. souvenirs, kleding, stoffen en schoenen. Vlak bij deze markt vindt u de ‘Bar Street’, een uitgaansstraat vol met bars en terrassen. Nabij zijn vele coffeeshops, restaurants, massage- en nagelsalons te vinden. Wie dit te druk vindt, loopt wat verder weg van de overdekte markt richting de rivier. Hier zijn vele eetstalletjes te vinden in het park langs de rivier. Steek ook de overdekte brug over naar de overkant. Hier is een rustige wijk van Siem Reap, waar ook steeds meer hotels en restaurants neerstrijken. Na een dag tempels kijken, is het fijn dineren in een van de vele mooie restaurants in de stad.

Het stadje Stung Treng in de gelijknamige provincie ligt op een kruispunt van wegen. De weg naar het noorden loopt naar Laos. De weg naar het oosten leidt naar de provincie Ratanakiri. Naar het zuiden gaat het richting hoofdstad Phnom Penh. Maar voor Stung Treng is de ligging aan de oevers van de Mekong van groter belang.

Het gebied is dun bevolkt en dichtbegroeid met jungle. De bevolking leeft veelal in kleine dorpjes langs de weg of langs de rivier. Men verdient zijn bestaan met vissen of het bebouwen van het land. De grens met Laos wordt gevormd door de '4000 eilanden'. Dit waterrijke gebied is in feite een grote binnen delta van de Mekong rivier, met vele watervallen, zijrivieren en ‘wetlands’: moerassig deltagebied dat overstroomd raakt door de rivier afhankelijk van de regentijd. Wie de tijd heeft, gaat hier mooie boottochten maken per longboot of kajak langs de vele eilandjes in de delta en door het ‘verdronken’ bos. Sommige eilandjes zijn bewoond en u kunt kennismaken met de bewoners en met hun leefwijze. Er zijn talloze vogelsoorten te zien in deze wetlands. Er is zelfs een kleine kans om de zeldzame zoetwater Irriwaddy-dolfijn te spotten. Het dier laat zich weinig zien en helaas wordt het ernstig in zijn bestaan bedreigd.